Wat is een teek?
Er komen wereldwijd verschillende soorten teken voor. Een teek is een spinachtig insect die vooral in bossen, struiken, gras, duinen, heide en parken leeft. Het kleine zwart-bruine dier kan niet springen of vliegen. Ze kruipen of klimmen op mensen en dieren, zogenaamde gastheren. Een duidelijk kenmerk van een teek is dat er geen scheiding tussen kopborststuk en achterlijf bestaat. De teek heeft net als andere spinachtigen acht poten. Tot de eerste vervelling hebben de larven zes poten. De poten zijn vergeleken met andere spinachtigen klein. De kop van de teek is zeer klein en nauwelijks zichtbaar en heeft verschillende monddelen. De zuigsnuit doet denken aan een tong en bestaat uit een met weerhaken getand steekorgaan.
Tekenbeet
Een beet van een teek veroorzaakt een plaatselijke verdoving die veroorzaakt wordt door het speeksel van de teek. In het speeksel zit ook een stof die bloedstolling tegengaat. Door deze bloedstolling kan de teek het bloed van zijn gastheer blijven opzuigen, er wordt geen stolsel gevormd. Sommige teken scheiden nadat ze zich in de huid hebben geboord een aparte lijmstof uit zodat ze zich goed kunnen vasthechten. Door het opzuigen van bloed bijten ze zich vast in de huid. Ze groeien langzaam uit tot een grijs bolletje. Teken kunnen meer dan tien keer het eigen lichaamsgewicht opzuigen. Door de extreem rekbare huid kan een vrouwtje na het opzuigen van het bloed uitgroeien tot een bolletje dat goed zichtbaar is.